Alles weer onthouden

No room to forget
naar Jason Molina

Als ik thuiskom, zit zij te tekenen. ‘Wat teken je?’ – ‘Dat weet je best.’
‘Toch niet weer je graf?’ Ze lacht. Ik vraag: ‘Wanneer hou je daarmee op?’
‘Als ik dood ben,’ zegt ze. Ik loop op haar af en pak de kaart waarop ze krast.
Ze laat het toe. ‘Italië,’ zeg ik, ‘nu is het weer Italië.’ Ze zegt: ‘Onthou je dat?’

Ik pak hem op en stop hem in het laatje van de kast waar ze niet bij komt.
Ik fluit een oud liedje. Zij begrijpt me, stopt het potlood in haar neus
en staat op. Als we zoenen voel ik haar natte wangen. ‘Huil je?’
Ik neem haar gezicht in mijn handen. Ze blaast haar wangen bol.

Dan zegt ze: ‘Er is een plek in mijn hoofd waar alles heen gaat dat ik ben
vergeten en je mag best weten: die plek zit inmiddels wel zo’n beetje vol.’
Ik prik met een gestrekte vinger in haar voorhoofd en doe het geluid
van een boor na. ‘Zal ik een gaatje in je maken? Dan kan het eruit.’

‘Als je zelfs niet langer ruimte hebt om te vergeten, is het écht over. Toch?’
Ik zeg: ‘Dat ligt eraan, misschien ga je vanaf nu juist alles weer onthouden.’

Jelmer van Lenteren (2011)

de vleugels van ganzen in de hemel

Onder de appelboom

Ik kwam thuis, het was
een uur of acht en zeldzaam
zacht voor de tijd van het jaar,
de tuinbank stond klaar
onder de appelboom

ik ging zitten en ik zat
te kijken hoe de buurman
in zijn tuin nog aan het spitten
was, de nacht kwam uit de aarde
een blauwer wordend licht hing
in de appelboom

toen werd het langzaam weer te mooi
om waar te zijn, de dingen
van de dag verdwenen voor de geur
van hooi, er lag weer speelgoed
in het gras en verweg in het huis
lachten de kinderen in het bad
tot waar ik zat, tot
onder de appelboom

en later hoorde ik de vleugels
van ganzen in de hemel
hoorde ik hoe stil en leeg
het aan het worden was

gelukkig kwam er iemand naast mij
zitten, om precies te zijn jij
was het die naast mij kwam
onder de appelboom, zeldzaam
zacht en dichtbij
voor onze leeftijd.

Rutger Kopland (*1934), Onder de appelboom

In dromen staan dingen geschreven

Slapen gaan

‘Er speelt nog een witte gedachte
tussen de bladeren en de maan.
Ik lig nog op iemand te wachten
om samen een droom aan te gaan.
In dromen staan dingen geschreven
en andere dingen gedrukt,
die in het eenvoudige leven
mij nooit zijn gelukt’...

Pierre Kemp (1886-1967), Slapen gaan

Heeft het water mijn bericht verdronken?

Brief aan de brug

Graag sta ik op de brug en staar
naar het water dat onder mij door
stroomt. Stuur ik een boodschap,

hol ik naar de andere kant de post
tegemoet, hang over de leuning
en zie mijn woorden voortdrijven,

weg, op reis: brief aan de volgende
brug. Maar soms komt aan de overkant
geen teken meer. Heeft het water

mijn bericht verdronken? Woont er
iemand onder de brug in het geheim die
eenzaam is en verlangt zoals ook ik?

Ted van Lieshout, Brief aan de brug